Baywatch en Watersport voor Vijftigplussers!
Met sommige dingen ben ik ontzettend snel van begrip en leg ik verbindingen die anderen boven de pet gaan. Al zeg ik het zelf. Sommige connecties en inzichten, vooral die van meer praktische aard, lijken een leven lang te duren. Zo loop ik al een paar dagen volkomen scheef omdat ik zowel mijn teen heb opengehaald aan scherpe stenen in de zee als mijn enkel gekneusd heb bij mijn ‘daily whirling practices’. De neiging is hoe lastig ik het ook vind om door te lopen, dan maar scheef of kreupel en wat vaker pauzeren.
In al die, hoeveel jaren waren het wel niet, dat ik maandenlang aan zee verbleef en woonde, in Griekenland en Turkije en vroeger hele zomers lang in Gaastmeer met mijn vader en broers en zus in half lekke, veel te kleine tentjes zat en door kniehoge modder in het meer ploegde wat ik altijd vreselijk vies vond, is het nooit bij mij opgekomen waterschoentjes te kopen. Nooit, zul je misschien denken? N. O. O. I. T. Ik weet niet hoe boeiend dit gaat worden, maar ik ga het proberen uit te leggen.
Gisteren zat ik een boek te lezen met een groene smoothie in een soort juten hangstoel die voor geen meter zat maar erg tot mijn verbeelding sprak en met de wind in mijn haren en van tijd tot tijd uitkijkend over de kalme zee, toen ik ineens een krabje zag lopen. Je weet wel, zo’n dier dat niet voor- of achteruit loopt, maar opzij rent. Hij krabbelde rechtstreeks de rotsen af, recht de zee in, waar ik altijd rondloop en op stenen zit en met mijn buik over het zand lig. En dat was het moment, het eerste moment in mijn leven, dat ik besloot waterschoenen te kopen. Niet mijn open teen, niet mijn gekneusde enkel, niet het feit dat ik überhaupt niet meer kan lopen. De kleine zijwaartse krab.
Terwijl ik naar het winkeltje liep, hoorde ik de stem van mijn vader weer: ‘Wij Maarsinghs zijn stoer en kunnen alles. En we staan volledig in verbinding met het echte leven.’ Ik zal jullie even inwijden in deze oeroude familiekennis. Het echte leven is niet het zacht stromende, zorg goed voor jezelf leven. Het echte leven volgens hem is het stoere, uitdagende leven waar je je voortdurend blootstelt aan de gevaren des levens en dat moedig draagt. Je gaat dus niet voor je gemak of je geluk kamperen. Je gaat kamperen om een beetje af te zien en de elementen van het leven door en door te leren kennen. Je gaat niet het water en de smurrie of de rotsen op met schoentjes, maar met je blote voeten. Dat is echter. Dat is stoerder. Dat zorgt voor echte verbinding. Je gaat surfen en zeilen met blote voeten zodat je contact houdt met de plank en de boot.
Toen ik ineens een caravan van mijn vader erfde had ik ook eigenlijk geen idee hoe ik daarmee om moest gaan. Kamperen vanuit gemak? What happened to him? Hoe dan? Ik kon iedere willekeurige denkbeeldige tent met duizend stokken in vijf minuten met Beaufort tien met zware windstoten en helse regenbuien opzetten, maar hoe doe je dat met een caravan? Wie had hem overgehaald? Natuurlijk was daar maar één antwoord op: ‘Een vrouw.’ Voor vrouwen deed mijn papa veel, zo niet alles. ‘Als ik één ding in dit leven aan mezelf had willen veranderen, is het dat ik me zo vreselijk uitsloof voor vrouwen die ik leuk vind!’ zei hij altijd somber. En vervolgens ging hij er lustig mee door.
Als kind kon ik vreselijk bewonderend en dromerig kijken naar meisjes die mooi mochten liggen wezen en bijvoorbeeld zo’n watermatras kochten en daar gewoon wat op rond dobberden met hun armen in slow motion peddelend in het water, niet om vaart te maken maar gewoon als een soort diva’s zonder duik-gehalte. Ondertussen zat ik weer in een of andere kano een salto onder water te oefenen, zonder te weten waarom. Zou ik ooit in mijn leven op een punt komen dat dit essentieel zou blijken te zijn voor mijn overleving? Een koprol onder water maken met boot en al? Ik vroeg het mij niet af. Je deed het gewoon want iedereen deed het.
Maar gisteren na de ontmoeting met de zijwaartse krab liep ik ineens resoluut naar de winkel voor waterschoenen. Ik trok ze aan en kon direct weer lopen. Ik wandelde daarna zo de zee in zonder ontzettend onhandig en oncharmant 500 keer om te vallen of mijn tenen tot bloedens toe open te halen van al die precies scheef neergelegde stenen en rotsen hier. Alsof er een of andere Griekse god uit de oudheid weer eens jaloers was en Aphrodite, godin van de liefde, een hak wilde zetten en allemaal ruige rotsen in haar bulderende branding plaatste.
Wat ik nog verzuimd heb te vertellen is dat ik ook heel lang stilstond bij de waterbedden. Ik heb zelfs gedagdroomd bij een grote flamingo, waar je in en op kunt gaan zitten, als een koningin van de zee en waar je zelfs je haren droog bij kunt houden. Dat leek mij vroeger pure hemels-heid. Maar dat was er toch wel iets over, dat weet ik ook wel. Ik droomde ervan maar ik deed het niet natuurlijk. Ik was bang dat mijn vader van zijn trapeze uit de hemel naar beneden zou komen vallen om mij boos uit te schelden, want hij kon goed vloeken, die man. Gewoon over het water heen. Bovendien vond ik het ook teveel plastic, en ik ben geen voorstander van plastic. Dus ging ik voor een hardboard. Zo eentje waarop je zelfs kunt surfen, body boarding heet het volgens mij.
Toen ik 26 jaar was woonde ik een paar maanden in Hawaï. Dat klinkt heel leuk en exotisch maar ik vond het helemaal niks aan. Een zwaar bewaakt geheim in mijn leven. Want het is spiritueel onverantwoord en oom niet toegestaan om Hawaï niks aan te vinden moet je weten. Mijn beste matti (homeboy) was een Japanse jongen van 16 jaar. Ik trok elke dag met hem op en we gingen altijd op avontuur. Hij leerde mij in de hoge golven op zo’n hardboard te gaan staan en dan de golven te berijden. Nou klinkt dat weer vreselijk stoer. En vanwege mijn opvoeding kan ik dan ook veel stoere dingen. Dat moet ik toegeven. Ik riep net hoe onwijs gaaf dit wel niet was naar hem: ‘Look at me, I am flying, this is freaking awesomeeeeee!’ toen een golf mij in een soort centrifuge deed belanden waar ik nu nog, 25 jaar na dato, van moet bekomen van binnen. ‘Oh Myyyyy Godddd!’ waren mijn eerste woorden toen ik na deze bijna doodervaring weer op de kust gekwakt werd en naar hem keek. ‘That’s part of the game. This is the downside to it.’ En dat was dat. Ik heb nooit meer gesurft of gebody-board. Ik had gewoon geen zin meer in al dat stoere gedoe en al dat gebagger door modder en al die down sides met grote slokken zoutwater in mijn maag. Ik had mijn buik er vol van.
Dus waarom dan die body-board zul je misschien denken, als je dit nog steeds zit te lezen tenminste? Geen idee, het leek me de meest geschikte tussenoplossing. Dus ik gisteren op mijn leenfiets hier die op een soort racefiets lijkt met zomerjurkje en badpak, met een watermeloen ter grootte van mijn hoofd en beide borsten bij elkaar bengelend aan het stuur (ik ben op watermeloen dieet, waarover later meer) op mijn nieuwe waterschoenen (waar ik direct mee getrouwd ben) en twee honden achter me aan rennend met body-board onder mijn arm, richting de zee. Hoezee!
Ik begon simpel natuurlijk. Ik deed mijn schoentjes aan, liep als een echte danseres in plaats van klungelaar de zee in en plaatste mijn body-board onder mijn borst om te gaan zwemmen. Body-boarden voor bejaarden zeg maar. Dat vond ik toch weer net iets te saai. Ik mag dan een broertje dood hebben aan al dat stoere gedoe ondertussen, maar ik houd wel van een uitdaging natuurlijk. Bloed stroomt waar het niet gaan kan immers. Dus ik besloot vanaf de oever (de kust) op mijn body-board te gaan zitten en dan langzaam schuivend over de stenen richting de zee te gaan.
Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik het eerst midden in zee probeerde, erop gaan zitten, maar dat mislukte en ik werd zelfs uitgelachen door een paar kinderen. Dus daarom ging ik voor een nieuwe methode. Langzaam maakte de ondergrond van stenen plaats voor de wiebelende ondergrond van golvend water en bleef ik op mijn body-board zitten met mijn benen recht vooruit en mijn billen stevig op dat ding geplaatst, kaars rechtop zittend. Half onder water maar toch drijvend zat ik op mijn body-board waarbij ik zowel kon ontspannen als mijn buikspieren en evenwichtsgevoel kon trainen omdat ik natuurlijk wel wilde blijven zitten op dat ding.
Ik was helemaal euforisch gisteravond toen mijn zoon Fakteh me belde, die het erg grappig vond. ‘Heel goed van jou Lil, gewoon lekker doen waar je zelf zin in hebt, lekker van genieten.’ De schat. Urenlang heb ik op die body-board zo gezeten, half boven en half onder water, dan peddelde ik weer richting de kust, dan weer richting de zee, dan draaide ik rondjes, want whirlen kun je vast ook in water doen, en dan weer genoot ik van de zon op mijn gezicht. Ik praatte hardop met mezelf of met het water, wie zal het precies zeggen en ik lachte onstuimig. Ik had serieus pret voor tien. En ik had het gevoel alsof ik mijn vader te slim af was. Hij kon moeilijk kritiek uiten omdat het nog steeds heel stoer leek allemaal (zie de bijgevoegde foto, ik zou zo auditie kunnen doen voor Baywatch voor vijftigplussers), ik eigenlijk lekker ontspannen en chillend op het water dreef als de ‘oh zo verboden Diva’ maar toch nog steeds een soort training deed om erop te blijven zitten, dus ‘Luie dromerige Lily’ zoals ik vroeger genoemd werd kon wel genieten maar niet berispt worden.
Vandaag ga ik natuurlijk nog een keer. Mijn waterschoenen en body-board stonden vannacht naast mijn bed omdat ik er zo mee in mijn nopjes was dat ik er geen afscheid meer van kon nemen, zelfs niet voor heel even. Na het heerlijke urenlange gedobber, versus buikspieroefeningen whirling practice half onder water, ging ik terugfietsen met een glimlach van oor tot oor, plukte een paar courgettes uit de tuin met het formaat om iemand mee te vermoorden, plukte de rijpe tomaten en maakte er mijn eigen soort ‘meze’ van in de keuken. Daarna natuurlijk mijn watermeloen van 8 euro en 800 kilo soldaat gemaakt. Ik ben voor het eerst in mijn leven op een soort dieet. Ik voel simpelweg alleen maar de behoefte aan zo licht mogelijk, zo rijp mogelijk en zo vers mogelijk voedsel, vers van het land. Geen gluten of andere zware dingen. Ik heb geen idee wat er precies in mij is gevaren maar het voelt alsof ik er een heleboel uit wil zweten.
Het luie, dromerige kind Lily en de ‘elder’, de wijze oude vrouw in mij zijn een gevaarlijk genietende combinatie! Dat kan ik je wel vertellen. En nu ga ik weer body-boarden voor bejaarden. Ik verheug mij er al de hele nacht op.
Jihaa!
Comments