Mijn eigen-aardigheden: de grote ontboezeming.
Soms is het tijd voor waarachtige openhartigheid. Dat is misschien nog wel hetgeen ik het meest bewonder in vrouwelijke vooroplopers, hun bijna verbijsterende en onvermoeibare wijze van zelfreflectie, van kwetsbare waarachtigheid, openhartigheid over dat wat meestal niet gedeeld wordt. Prachtig vind ik het. Ik heb jarenlang al mijn artikelen op deze manier geschreven. En nog steeds doe ik dat af en toe.
Ik dacht oprecht dat ik geen last had van comfortzones, zelfs niet van out of the box denken of bewegen. In mijn leven bestond er überhaupt geen box, geen comfortzone te bekennen, in de hele omgeving helemaal geen een. Maar nu heb ik hem dan toch gevonden: mijn vrijheid, mijn wijsheid, mijn kracht, mijn geaardheid, mijn extreme individualiteit en zelfstandigheid. Dat zijn mijn comfortzones, hoe ruim die zones ook klinken en ook vaak daadwerkelijk zijn. En juist omdat ze groter dan de wereld zijn, voelen ze natuurlijk niet als een box of als een zone. Ze zijn eerder een blinde vlek ter grootte van het zwarte gat in het universum.
Ik heb deze week zo allemachtig veel geleerd tijdens een midweek tango met vrienden in het bos. Vooral gisteravond was het alsof ik met magische ogen en open hart naar mezelf en de wereld en de mensen om mij heen keek. Soms is me dat gegeven (steeds vaker), bijna alsof je dwars door iedereen heen kijkt, inclusief jezelf. Dat zijn niet altijd gemakkelijke momenten. Want ik zie precies waar mijn pijn of onvermogen liggen. Exact, zo precies alsof ik een pincet ben op zoek naar een houtsplinter. En hoe die pijn of dat onvermogen omgeven worden met een ‘magisch’ en meestal ingewikkeld verhaal. Alsof er een toverspreuk over uit is gesproken die tientallen jaren na dato nog steeds op volle kracht of misschien wel op nog vollere strekte dan ooit zijn uitwerking heeft.
Vanochtend werd deze les die ik deze week leerde nog eens bekrachtigd en onder een vergrootglas gelegd bij lefwijf.net in een zoommeeting die ging over charisma. Ik heb mijn leven lang gehoord dat ik veel charisma heb. En hoewel ik dit inzet in mijn werk, op het podium, in mijn powerpreken, in mijn boeken en als ik op reis ga (van nature, niet bewust), ben ik er tegelijkertijd ontzettend ongemakkelijk mee in groepen mensen die ik heel graag zie of zelfs bij een heel geliefde persoon. Ik heb ineens de oersterke overtuiging dat het charisma mij niets gaat brengen en zelfs totaal in de weg staat en afstotelijk werkt waar het liefde en verbinding betreft. Simpelweg een verhaal dat ooit ontstaan is en een eigen leven is gaan leiden.
Ik heb nooit mannen ten dans durven vragen. Vroeger niet, nu niet en eigenlijk nooit niet. Ik heb relaties gehad en vriendschappen waarbij het of vanzelf en organisch liep en klikte of waarbij de ander het initiatief nam. En wat ik vanochtend zo mooi vond was dat de man in kwestie die hierover geïnterviewd werd zei: ‘Charisma heb je, je kunt het niet doelbewust inzetten.’ Tering, zoiets vermoedde ik dus al…
En ik besefte ineens dat je het dus ook niet doelbewust kunt uitzetten zoals ik altijd probeer.
Ik heb een paar dingen geleerd vroeger, met zeer veel pijnlijke nadruk.
‘Kracht en liefde gaan NIET samen. NOOIT!’
Daar heb je probleem één dus al direct te pakken. Ik ben nooit werkelijk in staat geweest mijn kracht in te leveren voor de liefde. Vergis je niet hoeveel mensen en dan nog weer vooral vrouwen dit wél doen en dit ook bereid zijn te doen. En ik ben ook nooit in staat geweest de liefde in te leveren voor mijn kracht maar was er heilig van doordrongen dat ze niet samengaan in relaties. Blijkbaar. En laten we eerlijk zijn, je ziet ze ook niet vaak samen opgaan in alledaagse relaties om ons heen.
Dan had ik nog iets geleerd en dat was nog iets heftiger en bijzonder pijnlijk kan ik je zeggen: ‘HIJ WIL JE NIET!’
Dit is mij zo vaak gezegd over de man waar ik het meest van hield tijdens mijn gehele jeugd en halve volwassen leven dat dit geen overtuiging meer was maar een absolute zekerheid. Mijn vader. Aan overtuigingen kun je werken. Je kunt ze ontmantelen, je kunt er om huilen, schreeuwen en ze verwerken. Ik ben daar steengoed in: helen en verwerken en verder groeien. Hoe kun je helen en groeien als iets volledig voor waar is aangenomen in jezelf? Hoeveel ik ook van die man hield, hoe erg ik ook een vaderskindje was, dít kreeg ik te horen met jarenlang bewijsmateriaal en hij zei niks om mij op andere gedachten te brengen. Hooguit heel subtiel toen ik al ouder was, maar het kwaad was reeds geschied. En niet alleen met hem. Mijn eerste reactie bij alles en iedereen waar mijn hart van openspringt, of het nu een plek is, een groep mensen, een vriendin, een danser of een potentiële geliefde, mijn eerste waarheid (dus niet: overtuiging of gedachte) is: HIJ WIL JE NIET.
En het rare is dat ik dit pas onlangs bijna bij toeval ontdekt heb. Het was een neonbord ter grootte van het grootste eiland van Hawaï dat geparkeerd stond midden op mijn levenspad en met mij meereisde bij iedere nieuwe ontmoeting. Dus stel je even voor hoe het eruit ziet als iemand die super eigenzinnig, uitbundig, expressief, authentiek en ook nog eens charismatisch overkomt, tegelijkertijd zeker weet dat wat of wie zij wil, haar niet wil. Dat werkt verwarrend voor de omgeving, zacht gezegd. En in het geval dat de ander mij wel wil, altijd te wachten op het moment dat hij de waarheid ontdekt, namelijk: IK WIL HAAR TOCH NIET, wat bezielde mij iets anders te denken? Ik wil iemand vol liefde, niet vol kracht. Of juist: ik wil iemand vol kracht en niet vol liefde. Liefde en kracht gaan niet samen. Maar in mij wel. Ze zijn zelfs getrouwd in een heilig huwelijk en laten elkaar maar niet los, wat ik of mijn omgeving ook geprobeerd heb daar tegenin te brengen.
Meestal focuste ik dan maar vooral op mijn vrijheid, mijn kracht, mijn wijsheid, mijn authentieke, individuele ‘ik kan volledig op mezelf bouwen’ modus en mijn spirituele en zielengroei. Ik ben daar zo goed in geworden dat ik me al heel lang afvraag waar die gouden beker nu toch eens blijft. Ik heb 40 jaar non-stop gewerkt, ik ben een van de krachtigste, meest wijze, meest ontwikkelde mensen die ik ken. Ik weet heus wel dat je dat niet hoort te zeggen als vrouw, maar ik zeg het toch maar even als niemand anders die beker komt brengen. Ik ben ervan overtuigd dat niemand zo goed op zichzelf kan bouwen als ik. Ik veranderde mijn naam in de meest aparte naam die een mens ooit aan zichzelf gegeven heeft (puur om beter te worden), de kleur van mijn haar (puur om beter te worden), mijn beroep, mijn identiteit, ben en was bereid alles in het vuur van mijn spirituele waarheid, transformatie en groei te gooien, zelfs al vindt de hele wereld mij raar. Het deert mij niet.
Maar iemand ten dans vragen, iemand die ik leuk vind, werkelijk leuk vind, mee uitvragen is voor mij zo dodelijk uitdagend dat ik verga van de angst. Mijn hart is de laatste tijd een beetje boos op mij. Zij helpt me herinneren aan het feit dat ik graag samen ben, vroeger al graag samen wilde zijn. Ik vergeet dat steeds. Ik kan het niet goed uitleggen hoe dat bij mij werkt. Ik ben bijna opgelucht als ik weer alleen thuis ben, heerlijk kan schilderen, schrijven, dansen, mijn eigenheid voelen, mijn wijsheid voeden, mijn kracht delen, nieuwe projecten opzetten, mijn eigen ritme volgen, orakelen, transformaties afronden en begeleiden. Op die momenten denk ik oprecht met blijde glimlach alleen maar verzaligd: dit kan ik volhouden tot mijn dood en ver erna. Wat kan ik dit goed zeg, ongelofelijk! Wat floreer ik goed!!!
En dat is ook zo. Ik doe niks af aan dat stuk. Ik floreer op die vlakken van mijn leven ook daadwerkelijk als een malle. Ik heb mijzelf ook van ongeneselijke ziektes en een verbrijzelde knie genezen. Ik heb de meest maffe dingen voor elkaar gekregen, met de meest maffe namen, zonder enige gene.
Maar ik heb nog nooit uit mezelf iemand gezoend. Nog nooit. Het idee alleen al verbijstert me zo erg dat me dat dan ook weer verbijstert. In deze bewuste midweek die ik achter de rug heb, bleef ik ineens tot aan het einde van het feestje hangen. De laatste avond. Dat doe ik NOOIT! Nooit gedaan ook. Ik ben nooit dronken of zelfs aangeschoten in gezelschap, ik bleef en blijf nooit hangen en ik ben nog nooit bij een after-party geweest. Ik was de hele avond van plan vroeg te gaan slapen. Maar ik was een beetje verliefd op deze mensen in deze groep. Hoe ze lachten, hoe ze dansten, hoe ze leerden, hoe ze gewoon fucking juicy in het leven staan. En ik ontdekte ineens dat ik helemaal verliefd raakte op Neo-Tango, een soort tango maar dan zonder regels, met allemaal leuke, hippe muziek, alternatieve dansbewegingen als een soort contactimprovisatie en fusion stijl in één. Echt, ik ben helemaal verkocht.
Er was ook een vrouw bij die pas de laatste avond erbij kwam en dus in een bestaande groep die al vijf dagen met elkaar danste en lief en leed deelde, terechtkwam. Ze kwam binnen, ze zag en overwon. Ik was verbluft, mijn onderlip zakte nog net niet tot ver onder mijn tenen. En mijn hart die graag wil dat ik nieuwe dingen leer, fluisterde zachtjes: ga nog maar even niet naar bed, let op, kijk en ervaar. Die vrouw vroeg IEDEREEN ten dans. Ze wachtte niet, ze pakte de regie, iedereen zei ‘Ja’ en iedereen vond haar een prachtig mooie vrouw en een geweldige danseres en zelfs de vrouwen wiens mannen ‘ingepikt’ werden oogsten haar bewondering. Ook ik was een en al bewondering. Hoe je zo overtuigend binnen kan komen ergens, als nieuweling en alleen maar kan uitstralen: JULLIE WILLEN MIJ, ALLEMAAL!
Het aparte was dan wel weer dat ze aan het eind iedereen een knuffel gaf behalve mij, wat te denken geeft, maar dat terzijde. Toen opperde ook nog iemand heel openhartig dat ik overkom als een heel ingewikkelde vrouw, maar het werd nu eens niet beoordelend maar eigenlijk heel liefdevol gezegd. Gek genoeg. Ik dacht daarover na.
Fakteh, mijn zoon, als ik eerlijk ben de enige persoon die mij werkelijk helemaal kent in al mijn leukere en minder leuke kanten en onvoorwaardelijk van mij houdt en mijn beste vriend ook nog eens is, zei een keer tegen me: ‘Lieve schat, het probleem met jou is dat je de makkelijkste, eigenlijk meest simpele en eenvoudige ziel en vrouw bent die er bestaat maar dat iedereen denkt dat je ingewikkeld bent. Inclusief jijzelf.’
Nou zegt die jongen heel vaak dingen die nogal confronterend zijn en bovendien eigenlijk altijd kloppen. Ook als je eerst even hoopt van niet. Ik deelde dit met de groep.
Mijn hart wil voor samen gaan, maar mijn ziel en lichaam lijken volledig overtuigend uit te stralen dat ik het niet alleen geweldig goed red in mijn eentje maar ook nog eens lol voor tienduizend mensen bij elkaar heb. Wat verwarrend genoeg, ook nog eens zo is! Het is mijn levenskunstwerk, mijn ode geweest aan het eenzame meisje in mij. Het zigeunermeisje, huilend op een steentje heeft zichzelf gered. En fucking HOE! Het probleem is de andere kant. Het ook samen willen zijn. In verbinding, eropaf durven gaan, mijn liefde en kwetsbaarheid durven toevoegen aan mijn krachtige, authentieke onafhankelijkheid.
Ik las toen ik pas om 2 uur in de nacht eindelijk in mijn bed lag een zeer confronterende tekst: Extreme independency is not a talent, it is a trauma-response. It means you have problems to truly TRUST; trust yourself, trust your life and trust someone else.
Wel, daar heb je het. Ik vertrouw Fakteh mijn leven toe. Als ik met hem een paar weken op vakantie ben, voel ik me gedragen, hij juicht mijn kracht en liefde, mijn power en mijn kwetsbaarheid toe, hij is zorgzaam maar kan ook ontvangen, hij is altijd blij als hij mij ziet en ik als ik hem zie en ik kan altijd slapen als hij in de buurt is, Vroeger al, toen hij nog een heel klein kereltje was. Ik sliep op tijd, lag niet wakker om te waken voor ‘ik heb geen idee wat’, en werd op tijd en blij wakker om hem zelfs te wekken en te beginnen aan de dag en het ontbijt.
Is mijn slaapprobleem dat ik een leven lang had maar dat uitvergroot werd tijdens mijn ziekte en nog steeds niet opgelost is, ook simpelweg een uitvloeisel van het hierboven beschrevene?
Ik weet het niet. Ik weet dat het een afschuwelijk lang artikel geworden is. Van heel persoonlijke aard. Ik ben niet boos of teleurgesteld op mezelf. Ik besef dat er een bijna volledig overontwikkelde ziel in mij huist die helderziend, heldervoelend én helderwetend is en hoogstwaarschijnlijk als ik een kerel was geweest allang een verlichte meester/goeroe was geworden en al dat relatie-gedoe lekker ontstegen was.
Maar ik ben een vrouw, een wijze vrouw, een wilde vrouw, een oer(moeder)vrouw, een vrolijke vlinder en vrouwen willen nu eenmaal ook persoonlijke groei op het gebied van het meest kwetsbare en intieme in het leven; de liefde van het hart. En sommige mannen godzijdank ook.
Lief Hart, het spijt mij dat je nog zo jong bent en zoveel dodelijke waarheden meekreeg die leugens bleken te zijn. Dat hoop ik tenminste. Het spijt mij dat zelfs ik vergeet dat je verlangens hebt die van persoonlijke aard zijn en dat zelfs ik zo overtuigd ben van hoe goed ik het heb met mezelf, dat ik je behoeften vergeet.
Blij opstaan. Vroeg opstaan. Ontbijten samen. Lachen samen. Herkend worden als medereizigster in plaats van als inspiratrice. Liefde, samen, kunnen slapen, vertrouwen. Iemand ten dans vragen, iemand een zoen geven (en who cares: eventueel zelfs nee horen of afgewezen worden). Mijn ziel wil altijd groeien en leren. Ik eigen mij mijn meesterschap op zovele terreinen volledig toe, ik ben professor in de originaliteit, in het jezelf zijn, in het op je eigen kracht bouwen en jezelf krachtig neerzetten in het leven en de wereld, in sensueel leven zelfs, in genezing tegen alle verwachtingen in.
Ik ben een fucking professor!!!
En ja, mijn hart is een meisje van 8 jaar oud en die kloof zal ik een tijdlang moeten doorlopen, doorvoelen, doorwaden, in baden. Ik ben haar en ik ben ook de volleerde professor.
Ze lijken tegenovergesteld. Maar ze kunnen elkaar vast een heleboel leren. Liefde én kracht samen, het is de enige weg voor mij.
En oh ja, tot mijn verschrikking heb ik deze midweek ook nog geleerd dat ik karaoke echt pure therapie vind, vooral met z’n allen tegelijk meezingen, zonder microfoon, zonder perfectiedrang, op een nummer van André Hazes, die mij momenteel zelfs begeleidt bij het schrijven van deze tekst.
En dan natuurlijk vooral het nummer: 'Zeg maar niets meer, ik ga wel weg, als je dat wilt…'
Voor de broodnodige dagelijkse portie dramatiek natuurlijk.
Opmerkingen